Restitutiecommissie brengt vijf adviezen uit over roofkunst
Artikel7 mei 2010
De Restitutiecommissie heeft de staatssecretaris van OCW advies uitgebracht over vijf claims op roofkunst. Drie adviezen houden een toewijzing in, twee een afwijzing.
De Restitutiecommissie adviseert Gemeente Rotterdam tot teruggave van de tekening ‘Schrijvend meisje aan een tafel’ van Max Liebermann aan de erven van Max en Martha Liebermann.
De tekening maakt sinds 1959 onderdeel uit van de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen en is momenteel eigendom van de gemeente Rotterdam.
Uit het onderzoek dat is verricht door het Expertisecentrum Restitutie (ECR) is gebleken dat de kunstenaar Max Liebermann gedurende zijn leven veel van zijn tekeningen zelf behield. De tekening in kwestie draagt een zogenaamd Nachlaß-stempel. Dit duidt erop dat de tekening ten tijde van het overlijden van Max Liebermann in 1935 nog in zijn bezit was.
De commissie heeft vastgesteld dat Martha Liebermann heeft geleden onder het naziregime en als gevolg van anti-Joodse maatregelen over weinig financiële middelen beschikte.
De tekening is op enig moment verworven door de kunsthistoricus Max Friedländer. Het is niet duidelijk geworden hoe de tekening in zijn bezit gekomen is. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de tekening tussen 1935 en 1958, het jaar waarin Friedländer overleed, op de kunstmarkt is aangeboden. Evenmin is documentatie aangetroffen waaruit blijkt dat Friedländer de tekening in de persoonlijke sfeer heeft verkregen van Liebermanns nabestaanden. De tekening is in 1959 via een veiling uit de nalatenschap van Friedländer gekocht door de gemeente Rotterdam voor de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen.
Conform het Beoordelingskader van de Restitutiecommissie diende de commissie eerst te beoordelen of het in hoge mate aannemelijk is dat degene die om restitutie vraagt de oorspronkelijke eigenaar is of diens rechtsopvolger krachtens erfrecht. De commissie heeft vastgesteld dat de verzoekers in deze zaak de rechtsopvolgers krachtens erfrecht zijn van Max en Martha Liebermann.
Vervolgens dient te worden bezien of de oorspronkelijke eigenaar het bezit van het object onvrijwillig heeft verloren. Als de oorspronkelijke eigenaar een particulier is die tot een vervolgde bevolkingsgroep behoorde, wordt onvrijwillig bezitsverlies aangenomen indien het bezitsverlies in Duitsland (waar hiervan sprake is) na 30 januari 1933 heeft plaatsgevonden, tenzij nadrukkelijk anders blijkt. Van dit laatste is de commissie in deze zaak niet gebleken.
De Restitutiecommissie heeft geadviseerd tot restitutie. De gemeente Rotterdam heeft zich voorafgaand aan de procedure gebonden aan de uitkomst van dit bindend advies en dient thans over te gaan tot teruggave van de tekening aan de erven van Max en Martha Liebermann.
Waar restitutieverzoeken in de regel worden ingediend door de nazaten van kunstverzamelaars en kunsthandelaren, is in deze zaak voor het eerst sprake geweest van een verzoek van de erfgenamen van de maker van het kunstwerk in kwestie.
Relevant advies en samenvatting: Tekening Schrijvend meisje aan een tafel door Max Liebermann
Blijf op de hoogte van alle nieuwe adviezen en ontwikkelingen binnen de Restitutiecommisse
Actueel
7 mei 2010
De Restitutiecommissie heeft de staatssecretaris van OCW advies uitgebracht over vijf claims op roofkunst. Drie adviezen houden een toewijzing in, twee een afwijzing.
23 december 2019
De Restitutiecommissie heeft de minister van OCW geadviseerd 107 objectgroepen Meissen porselein terug te geven aan de erfgenamen van de oorspronkelijke Duitse eigenaar Franz Oppenheimer.
15 december 2022
De Restitutiecommissie adviseert de Staatssecretaris Cultuur en Media, de Gemeente Amsterdam en de Gemeente Den Haag om in totaal zes kunstvoorwerpen terug te geven aan de erfopvolgers van Emma Budge (1852-1937). Mede naar aanleiding van het onderzoek door het Expertisecentrum Restitutie (ECR) concludeert de commissie dat het in hoge mate aannemelijk is dat de kunstwerken eigendom waren van de Duits-Joodse Emma Budge en dat voldoende aannemelijk is dat haar erfgenamen na haar dood het bezit onvrijwillig zijn verloren.