Spring naar content

Erfopvolgers van Emma Budge krijgen zes kunstvoorwerpen terug

15 december 2022
Twee zoutvaten van gedeeltelijk verguld zilver uit 1643 door Johannes Lutma Twee zoutvaten van gedeeltelijk verguld zilver uit 1643 door Johannes Lutma (foto: Amsterdam Museum)

 

DEN HAAG, 15 december 2022 – De Restitutiecommissie adviseert de Staatssecretaris Cultuur en Media, de Gemeente Amsterdam en de Gemeente Den Haag om in totaal zes kunstvoorwerpen terug te geven aan de erfopvolgers van Emma Budge (1852-1937). Mede naar aanleiding van het onderzoek door het Expertisecentrum Restitutie (ECR) concludeert de commissie dat het in hoge mate aannemelijk is dat de kunstwerken eigendom waren van de Duits-Joodse Emma Budge en dat voldoende aannemelijk is dat haar erfgenamen na haar dood het bezit onvrijwillig zijn verloren.

De nalatenschap van Emma Budge

Uit onderzoek is gebleken dat de kunstwerken deel uitmaakten van de kunstverzameling van het echtpaar Budge uit Hamburg. Emma Budge had na de machtsovername door de nazi’s in Duitsland een aantal wilsbeschikkingen laten opstellen met betrekking tot de bestemming en verkoop van haar kunstverzameling. De door haar benoemde Joodse executeurs-testamentair konden hier na haar dood in 1937 geen uitvoering aan geven. Tegen haar laatste wil in zijn de kunstwerken in 1937 geveild bij het ‘geariseerde’ veilinghuis Paul Graupe in Berlijn. De bekerschroef en de schaal zijn bij dit veilinghuis aangekocht door het toenmalige Gemeentemuseum Den Haag. De vier zoutvaten zijn na de aankoop in 1937 bij Graupe door de onbekend gebleven ‘Graetzer’ via een aantal bezitsovergangen in maart 1960 uiteindelijk bij veilinghuis Frederik Muller in Amsterdam aangekocht door de Gemeente Amsterdam. Deze verkocht één paar aan de Staat ten behoeve van het Rijksmuseum Amsterdam. Het Amsterdam Museum kreeg het andere paar zoutvaten van de gemeente in beheer.

Nu Emma Budge en haar erfgenamen wegens hun Joodse afkomst tot een vervolgde bevolkingsgroep behoorden en het bezitsverlies tijdens het naziregime heeft plaatsgevonden, dient de commissie op grond van criterium 3.1 van het te hanteren Beoordelingskader aan te nemen dat het bezitsverlies onvrijwillig was, hetgeen in deze zaak niet nadrukkelijk anders is gebleken. Volgens de commissie kunnen de op initiatief van Emma Budge doorgevoerde wijzigingen in het testament niet los worden gezien van de politieke verhoudingen vanaf 1933 in Duitsland en de opkomst van het naziregime. De instemming van de executeurs-testamentair met de verkoop bij het ‘geariseerde’ veilinghuis Graupe kan niet als vrije keuze en daarmee niet als vrijwillig worden beschouwd.  Door de anti-Joodse maatregelen van het naziregime is bovendien aannemelijk dat de erven Budge niet vrij over de opbrengst van de veiling konden beschikken.

De Staatssecretaris Cultuur en Media heeft het advies overgenomen en de Gemeente Amsterdam en de Gemeente Den Haag hebben met het bindend advies van de Restitutiecommissie ingestemd. De Staat en de gemeenten zullen overgaan tot restitutie van de kunstwerken aan de erfopvolgers van Emma Budge.

Het gaat om de volgende werken:

  • Set van vier zoutvaten door kunstenaar Johannes Lutma (1584-1669). De zoutvaten zijn in 1960 aangekocht door de Gemeente Amsterdam. Een set van twee zoutvaten bevindt zich in het Rijksmuseum; de andere set bevindt zich in het Amsterdam Museum;
  • Een bekerschroef door kunstenaar Andries Grill (1604 – 1665) en een schaal van kiezelaardewerk (anoniem Sultanabad ca 1285 – 1400). Deze kunstvoorwerpen zijn in 1937 aangekocht door de Gemeente Den Haag en bevinden zich in het Kunstmuseum Den Haag.

Relevante adviezen en samenvattingen: Budge, Bindend advies Budge / Gemeente Den Haag en Bindend advies Budge / Gemeente Amsterdam.

Gerelateerd advies: Bronzen sculptuur Mozes, toegeschreven aan Alessandro Vittoria

Contact

Abonneer op onze nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van alle nieuwe adviezen en ontwikkelingen binnen de Restitutiecommisse

Lees de laatste berichten

Actueel