Spring naar content

Roofkunst en restitutie in Nederland – een historisch overzicht

In de twaalf jaar waarin de nazi’s aan de macht waren, 1933-1945, vond een kunstroof plaats van ongekende proporties. Na de oorlog keerde maar een klein deel van de werken terug bij de – meestal Joodse – eigenaren of hun nabestaanden. De onderstaande tijdlijn vertelt het verhaal van deze kunstroof en de naoorlogse afwikkeling ervan in Nederland, waarbij zowel de ‘grote geschiedenis’ als individuele lotgevallen worden besproken..

 

‘Claimtentoonstelling’ van schilderijen, tekeningen en tapijten in het Rijksmuseum, 1950

Tijdlijn roofkunst en restitutie 1933-heden

30 januari 1933 Hitler komt aan de macht in Duitsland

7 april 1933 In Duitsland worden de Joodse ambtenaren ontslagen

vanaf 1933 Joodse ondernemingen worden ten val gebracht

vanaf 1933 Joden en politieke tegenstanders van de nazi’s ontvluchten Duitsland

vanaf 1934 De rijksvluchtbelasting wordt ingezet om Duitse Joden te onteigenen

15 september 1935 De rassenwetten van Neurenberg worden ingesteld

13 maart 1938 De 'Anschluss' van Oostenrijk vindt plaats

vanaf 1938 De anti-Joodse maatregelen volgen elkaar nog sneller op in Duitsland

vanaf 1939 Een politiek gericht op emigratie wordt een politiek gericht op moord

10 mei 1940 De nazi's bezetten Nederland

vanaf mei 1940 Ook in Nederland worden de Joden vervolgd

vanaf mei 1940 De roofinstelling Dienststelle Mühlmann gaat aan het werk in Nederland

vanaf oktober 1940 Verwijdering van Joden uit het economische leven

vanaf 1941 Volledige isolatie van de Joden in Nederland

8 augustus 1941 De Eerste Liro-verordening: Joden moeten hun geldelijk vermogen inleveren

21 mei 1942 De Tweede Liro-verordening: Joden moeten hun waardevolle goederen inleveren

vanaf juli 1942 De massadeportaties beginnen, woningen worden leeggeroofd

5 januari 1943 De Nederlandse regering in Londen tekent de Joint Declaration tegen roof

17 september 1944 De Nederlandse regering in Londen stelt het Besluit Herstel Rechtsverkeer in

8 mei 1945 Europa bevrijd: het proces van repatriëring van kunstwerken komt op gang

11 juni 1945 Oprichting van de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK): het proces van teruggave van kunstwerken komt op gang

1953 Het indienen van restitutieverzoeken is niet langer mogelijk

1995 Het symposium The Spoils of War vindt plaats in New York

1995-1998 Het World Jewish Congress roept Zwitserse banken ter verantwoording inzake ‘slapende rekeningen’

1997 De London Conference on Nazi Gold vindt plaats

1997-1998 De Commissie Ekkart wordt ingesteld en doet een proefonderzoek

1998-1999 De Nederlandse musea onderzoeken hun verwervingen uit de periode 1940-1948

1 september 1998 Bureau Herkomst Gezocht (BHG) wordt opgericht

30 november - 3 december 1998 Publicatie van de Washington Principles tijdens de Washington Conference

4 november 1999 De Raad van Europa neemt de Looted Jewish Cultural Property-resolutie aan

2000 Nederland formuleert voorlopige beleidsregels voor de behandeling van individuele restitutieverzoeken

26 april 2001 De Commissie Ekkart presenteert tussentijdse aanbevelingen over van particulieren geroofd kunstbezit

23 december 2001 De Restitutiecommissie wordt ingesteld

28 januari 2003 De Commissie Ekkart publiceert haar aanbevelingen voor de kunsthandel

14 december 2004 De Commissie Ekkart overhandigt haar slotaanbevelingen aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

november 2006 - maart 2007 De expositie Geroofd, maar van wie? vindt plaats in Amsterdam

7 april 2008 De Restitutiecommissie brengt voor het eerst een 'bindend advies' uit