Het advies
Inleiding
Bij brief van 12 januari 2010 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de minister) de Restitutiecommissie (hierna: de commissie) verzocht om hernieuwd advies inzake het restitutieverzoek van de heer J.A.C.M.V. namens de ‘erven van wijlen H. Weijers uit Tilburg’ (hierna: de erven Weijers of verzoekers). Dit restitutieverzoek ziet op negen schilderijen uit de NK-collectie van het Rijk met de inventarisnummers NK 1667, NK 1870, NK 2069, NK 2183, NK 2264, NK 2476, NK 2477, NK 2509, NK 2774. Het bedoelde restitutieverzoek is bij besluit van de minister van 14 januari 2009 afgewezen, conform het advies van de commissie van 1 december 2008 (zaaknummer RC 1.68).
De aanleiding voor het genoemde verzoek om hernieuwd advies is een brief van de erven Weijers aan de minister van 26 augustus 2009, waarin bezwaren worden aangevoerd tegen het advies van de commissie inzake RC 1.68 en waarin de minister wordt verzocht zijn besluit tot afwijzing van het restitutieverzoek te heroverwegen. De minister heeft de commissie bij brief van 12 januari 2010 verzocht “om een hernieuwd advies te vernemen op basis van hetgeen door de erven Weijers in voormelde brief is aangevoerd.” Dit verzoek is behandeld onder zaaknummer RC 4.118.
Naar aanleiding van het verzoek heeft de commissie zich gebogen over de bezwaren van de erven Weijers en over de aanvullende bronnen en documentatie. Een verslag hiervan is neergelegd in een rapport, in definitieve versie vastgesteld op 6 september 2010. Thans zal worden nagegaan of sprake is van
(i) bezwaren tegen de gang van zaken tijdens de behandeling, waardoor fundamentele belangen zijn geschaad, ofwel sprake is van
(ii) nieuwe feiten, die, waren zij bekend geweest ten tijde van het eerdere advies, tot een ander oordeel zouden hebben geleid.