Het advies
Bij brief van 17 december 2014 heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: de minister) de Restitutiecommissie (hierna: de commissie) verzocht om advies over het verzoek van AA (hierna: verzoekster), in deze zaak vertegenwoordigd door BB (hierna: BB). Dit verzoek heeft betrekking op een wandtapijt […] (hierna ook: het wandtapijt) dat zich bevindt in het Stadsmuseum te CC (hierna: het Stadsmuseum).
Naar aanleiding van het adviesverzoek van de minister heeft de commissie een onderzoek naar de feiten uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in een feitenoverzicht van 22 juli 2015. Verzoekster en de minister zijn in de gelegenheid gesteld op dit feitenoverzicht te reageren. De minister heeft bij brief van 11 augustus 2015 laten weten geen opmerkingen te hebben. Verzoekster heeft gereageerd bij brief van 3 september 2015.
Op 13 oktober 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen BB en de voorzitter, de secretaris en een onderzoeker van de commissie. In vervolg op dit gesprek heeft de commissie aanvullend feitenonderzoek gedaan. Op 1 februari 2016 heeft een mondelinge behandeling door de commissie plaatsgevonden. Namens verzoekster was daarbij BB aanwezig. Namens de minister zijn verschenen mr. I. Looman en C. Klopman, beiden beleidsmedewerker, en drs. E.W.M. Rodrigo, adviseur rijkscollectie en namens de gemeente CC de heer DD, adviseur.
De commissie heeft haar advies aan de minister vastgesteld in haar vergadering van 7 maart 2016. Naar aanleiding van de reactie van verzoekster op het feitenoverzicht heeft de commissie het feitenoverzicht aangepast. Dit aangepaste feitenoverzicht wordt met het vastgestelde advies aan de minister toegezonden