Spring naar content
Advies inzake het verzoek tot teruggave van NK 3298

Venus in de smidse van Vulcanus naar F. Boucher

Dossiernummer: RC 1.3

Soort advies: NK-collectie

Adviesdatum: 22 april 2002

Periode bezitsverlies:

Oorspronkelijke eigenaar: Particulier

Plaats bezitsverlies: In Nederland

NK 3298 – Venus in de Smidse van Vulcanus naar F. Boucher (foto: RCE)

  • NK 3298 - Venus in de Smidse van Vulcanus naar F. Boucher (foto: RCE)

Het advies

Bij brief van 2 april 2002 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de Restitutie Commissie verzocht hem te adviseren over de te nemen beslissing op het verzoek van F.M. om teruggave van het schilderij “Venus in de Smidse van Vulcanus” naar F. Boucher (NK 3298).

De feiten

Naar aanleiding van het op 10 oktober 2001 ingediende verzoek om teruggave is door de Inspectie Cultuurbezit een onderzoek ingesteld. De resultaten van dat onderzoek zijn neergelegd in een onderzoeksrapport van 18 maart 2002 dat aan verzoeker is toegezonden.

Algemene overwegingen

De Restitutie Commissie laat zich bij haar advisering leiden door de beleidslijnen ter zake van de commissie Ekkart en de regering.

De Restitutie Commissie heeft zich de vraag gesteld of een uit te brengen advies invloed mag ondervinden van mogelijke consequenties voor de beslissing in andere zaken. Zij beantwoordt die vraag, behoudens bijzondere omstandigheden, ontkennend omdat een dergelijke invloed bezwaarlijk kan worden tegengeworpen aan de betrokken verzoeker.

De Restitutie Commissie heeft zich voorts afgevraagd op welke wijze moet worden omgegaan met het gegeven dat bepaalde feiten niet meer te achterhalen zijn, dat bepaalde gegevens verloren zijn gegaan of niet zijn teruggevonden, of anderszins bewijzen niet meer zijn bij te brengen. De Restitutie Commissie is daaromtrent van mening dat als de ontstane problemen (mede) door het verloop van tijd veroorzaakt zijn, het risico daarvoor, behoudens bijzondere omstandigheden, behoort te liggen bij de overheid.

De Restitutie Commissie is tenslotte van mening dat inzichten en omstandigheden die sinds de Tweede Wereldoorlog naar algemene maatschappelijke opvattingen klaarblijkelijk zijn veranderd, gelijk mogen worden gesteld aan nova (nieuwe feiten).

Bijzondere overwegingen

Uit voormeld onderzoeksrapport blijkt dat het schilderij “Venus in de smidse van Vulcanus” in eigendom toebehoorde aan de Joodse mevrouw H. M.-M. Zij heeft de eigendom tijdens de bezetting onvrijwillig verloren. Haar aanspraken op het schilderij zijn aannemelijk en ook door de Nederlandse autoriteiten erkend.
Het verzoek om teruggave dient te worden beschouwd als een nieuwe claim, reeds omdat het destijds gedane verzoek om rechtsherstel nimmer tot een geldige beslissing heeft geleid als gevolg van de onjuiste gedachte dat belastingschulden van de echtgenoot van mevrouw M., de heer E.M. M, op het schilderij zouden mogen worden verhaald.

De destijds verkregen opbrengst van het schilderij ad f. 1.000,– NLG is niet ten goede gekomen aan mevrouw M, zodat terugbetaling niet aan de orde is. Nu de overheid overeenkomstig haar beleid in zaken als deze geen beroep op verjaring doet, staat niets teruggave van het schilderij in de weg.

De conclusie

Gelet op het vorenstaande adviseert de Restitutie Commissie aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen om over te gaan tot teruggave van het schilderij “Venus in de Smidse van Vulcanus” aan de erven van mevrouw H. M.-M.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 22 april 2002.

J.M. Polak (voorzitter)
B.J. Asscher (vice-voorzitter)
J.Th.M. Bank
J.C.M. Leijten
E.J. van Straaten
H.M. Verrijn Stuart

Samenvatting

VENUS IN DE SMIDSE VAN VULCANUS NAAR F. BOUCHER (NK 3298)

Op 2 april 2002 verzocht de Staatssecretaris van OCenW de Restitutie Commissie te adviseren over een verzoek om teruggave van het schilderij Venus in de smidse van Vulcanus naar F. Boucher (NK 3298). De heer M. had mede namens zijn zuster op 10 oktober 2001 de staatssecretaris om teruggave verzocht van dit schilderij uit het bezit van zijn joodse grootouders.